Ecvo oogonderzoek
De preventieve zorg is gericht op het aantonen van erfelijke oogaandoeningen. Indien bij een officiële oogtest blijkt dat een dier een erfelijke aandoening heeft, kan hiermee beter niet worden gefokt. Enkel door structureel erfelijke problemen uit de fokkerij te weren, is het mogelijk die problemen te verminderen en uiteindelijk te laten verdwijnen.

De dieren worden vóór het onderzoek gedruppeld met een pupilverwijdend middel wat zo’n 15-20 minuten moet inwerken. Uitzonderingen zijn rassen waar MPP veel voorkomt (zie verder) of als er een gonioscopie moet gebeuren. Bij die dieren kijkt de oogspecialist eerst naar de ogen vooraleer er gedruppeld mag worden. De eigenaar dient de stamboom en evt. registratiebewijs mee te nemen. Nestcontroles kunnen pas gedaan worden na het chippen. Om de officiële formulieren na het ECVO oogonderzoek in te kunnen vullen, zijn de groene formulieren (die de chipper heeft ingevuld) nodig.

Als het oogonderzoek gedaan is, wordt het verslag in 4-voud gemaakt. Eén deel krijgt de eigenaar mee naar huis. De andere delen zijn voor de Raad van Beheer, voor de rasvereniging en voor de administratie van de oogspecialist. Bij de oogspecialist moet het verslag een aantal jaar bewaard worden. De ECVO oogonderzoeksresultaten zijn maximaal 12 maanden geldig m.u.v. enkele afwijkingen die aangeboren zijn of afwijkingen die (chirurgisch) kunnen worden gecorrigeerd. Voor deze laatste groep is de uitslag blijvend geldig.

Erfelijke oogziekten
De volgende 13 oogziekten worden bij de Australian Cattle Dog als erfelijk beschouwd en hiervoor dient alvorens ermee te fokken dus onderzoek naar gedaan te worden.